Brandwerende kanalenstelsels zijn een zeer belangrijk onderdeel van brandveiligheidssystemen in gebouwen. Op basis van hun functie onderscheiden wij twee soorten kanalen: ventilatiekanalen en rookafvoerkanalen.
Rookafvoerkanalen
Rookafvoerkanalen dienen voor de afvoer van rook uit gebouwen zodat de bewoners in geval van nood vlotter kunnen worden geëvacueerd, de brand gemakkelijker kan worden bestreden en flash-over kan worden voorkomen.
Rookafvoerkanalen worden vooral toegepast in grote compartimenten, parkeerplaatsen, hoogbouw en atriums van commerciële, kantoor- en woongebouwen. Parkeergarages met lage plafonds zijn gevaarlijke zones omdat de rooklaag de ruimte zeer snel kan vullen en zo de evacuatie verhinderen. Hoge compartimenten (meestal hoger dan 15m) zijn meer onderhevig aan het verspreiden van rook en vormen een uitdaging voor brandbeveiligingsingenieurs vanwege de verminderde effectiviteit van automatische sprinklersystemen.
Brandwerende rookafvoerkanalen zijn noodzakelijk om de rook naar buiten te voeren, soms met behulp van een ventilatiesysteem. Als een rookafvoerkanaal zich volledig binnen een brandcompartiment bevindt, moet het op zijn minst bestand zijn tegen de verwachte rooktemperaturen die ontstaan tijdens de ontwikkeling van een brand. Indien het kanalenstelsel bestemd is voor de afvoer van rook uit verschillende compartimenten en dus doorheen compartimentswanden- en/of -vloeren wordt gevoerd, moet het minstens dezelfde brandweerstand hebben als deze compartimentsdelen.
Een efficiënt rookafvoerkanaal moet aangepast zijn aan de ruimte waarin het zich bevindt. Daarom is een gedetailleerde analyse van de betrokken ruimte noodzakelijk op basis van de vloeroppervlakte en hoogte en de brandvoortplantingssnelheid in deze ruimte.
Brandwerende ventilatiekanalen
Brandwerende ventilatiekanalen worden gebruikt om de brandcompartimentering te vrijwaren. Zij kunnen nl. voorkomen dat brand en hitte zich verspreiden doorheen verschillende compartimenten.
De verspreiding van brand doorheen de compartimenten via trappen, kamers en gemeenschappelijke toegangswegen kan enkel worden vermeden als alle bouwelementen een gemeenschappelijke classificatie hebben.
Compartimentswanden en -vloeren moeten een bepaalde brandweerstand hebben, m.a.w. zij moeten gedurende 30 tot 240 minuten voldoen aan de vereiste criteria op het vlak van draagvermogen (stabiliteit), vlamdichtheid en thermische isolatie. Het is daarom van groot belang dat de brandweerstand van scheidende bouwelementen die onderbroken worden voor het doorvoeren van technische voorzieningen hersteld wordt, zodat vuur of rook zich niet via deze kanalen naar andere ruimtes kunnen verspreiden.
De visie op het risico op verspreiding van rook via ventilatiesystemen verschilt overal Europa. In sommige landen wordt rookverspreiding via het ventilatiesysteem helemaal niet als een probleem beschouwd, in andere landen zijn rookkleppen of brand- en rookkleppen verplicht wanneer het kanaal doorheen verschillende brandcompartimenten loopt. Ten slotte zijn er landen waar de regelgeving naast brand- en rookkleppen ook prestatiegerichte systemen toelaat.
In ieder geval moeten de voorschrijvers grondig nadenken over de brandprestaties van kanalen die doorheen brandwerende scheidende elementen gevoerd worden. De typische plaatstalen kanalen voldoen niet aan de internationale eisen m.b.t. brandveiligheid. Zij warmen snel op en vervormen snel in geval van brand. Onder specifieke omstandigheden kunnen ze de verspreiding van vlammen en rook zelfs versnellen.
Wat is het beste kanalensysteem voor mijn project?
Aangezien de opbouw van dit type kanalen complex is (zij worden doorheen verschillende compartimentsdelen gevoerd), is het kiezen van het juiste ventilatie- en rookafvoerkanalensysteem in functie van de omgevingscondities in koude toestand en bij brand niet eenvoudig.
Promat biedt een brede waaier aan oplossingen voor het bouwen van ventilatie- en rookafvoerkanalen voor verschillende bedrijfsdrukken, afmetingen, oriëntaties, configuraties en zelfs voor een gedeeltelijke blootstelling aan brand. De oplossingen die door onze technische experts zijn ontwikkeld, beantwoorden aan alle vereisten op het vlak van brandweerstand en rookdoorlatendheid (lekdebiet of S-criterium) van 30 minuten (E – of EI 30) tot 120 minuten (E – EI 120). Voor speciale situaties zijn er ook oplossingen tot E 240 (vlamdichtdichtheid).
Traditioneel waren ventilatiekanalen plaatstalen kanalen, die ter plaatse van doorvoeringen en wanneer zij niet voorzien waren van brandkleppen of wanneer zij deel uitmaakten van een rookafvoersysteem, kastvormig moesten worden bekleed met een brandwerend systeem. Promat heeft zelfstandige ventilatie- en rookafvoerkanalen (zelfdragende systemen) ontwikkeld zonder stalen kanaal aan de binnenzijde, die zijn opgebouwd met PROMATECT®-L500 of PROMATECT®-LS platen en die de prestaties van plaatstalen kanalen m.b.t. het luchtstroomdebiet en het ontbreken van lekdebiet en evenaren.
Belangrijkste voordelen:
- Geen plaatstalen kanalen vereist
- Eenlaagse systemen
- Dimensionaal stabiel en vochtbestendig
- Platen eenvoudig op maat te snijden, af fabriek of op locatie
- Lichtgewicht gevormde secties
- Bruikbaar glad oppervlak, robuust
- Getest volgens de strengste internationale normen
- Ophangsystemen - hangers, profielen en hun bevestigingen - moeten niet beschermd worden
- Grote afmetingen (maximale afmetingen worden allemaal ingedeeld door geautoriseerde laboratoria)
- Ruwheidsfactor van het oppervlak dat nagenoeg identiek is aan dat van staal
- Promat calciumsilicaatplaten hebben CE-markering gekregen voor het beoogde gebruik Type 9: Technische diensten in gebouwen.
De akoestische prestaties en de thermische isolatie in koude toestand van Promat kanalenstelsels kunnen zelfs worden verbeterd met behulp van minerale wol en/of gipsplaten.
PROMATECT® platen kunnen ook worden gebruikt voor het bekleden van bestaande plaatstalen kanalen.
Hoe worden de rookafvoerkanalen getest?
Rookafvoerkanalen kunnen volgens verschillende normen getest worden. De meest voorkomende zijn de Europese normen (EN 1366), de British Standard (BS 476) en in sommige specifieke gevallen de American Standard (UL).
Volgens de Europese normen dienen rookafvoerkanalen te worden getest met een brandbelasting aan de buitenzijde en aan de binnenzijde. Bovendien wordt er een onderscheid gemaakt op basis van hun toepassingsgebied:
- De eerste testprocedure op basis van EN 1366-9 is van toepassing op kanalen bestemd voor de afvoer van rook uit één enkel brandcompartiment. Hierbij worden de rookafvoerkanalen getest volgens een beperkte tijd/temperatuurcurve, waarbij de temperatuur niet hoger mag zijn dan 300°C of 600°C (de stookmethode en atmosfeer in de oven moeten voldoen aan de voorwaarden van de testnorm EN 1363-1. Eens een temperatuur van 300°C of 600°C bereikt is, moet deze gedurende het verdere verloop van de brandproef worden gehandhaafd. De classificatie gebeurt conform EN 13501-4.
- De tweede testprocedure op basis van EN 1366-8 is van toepassing op kanalen bestemd voor de afvoer van rook uit verschillende brandcompartimenten. Hierbij worden de rookafvoerkanalen getest volgens de ISO 834-curve (EN 1363-1). Deze kanalen worden conform EN 13501-4 geclassificeerd als C kanalen.
Deze testmethode is enkel geschikt voor kanalen die zijn opgebouwd uit niet-brandbare materialen (klasse A1 en A2-s1, d0). De testmethode voor brandwerende rookafvoerkanalen bestemd voor de afvoer van rook uit verschillende compartimenten (EN 1366-8) is van toepassing op brandwerende kanalen die vooraf werden getest als ventilatiekanaal volgens EN 1366-1 (kanalen A/500 Pa en B). Kanalen bestemd voor de afvoer van rook uit één enkel brandcompartiment moeten enkel worden getest volgens EN 1366-9.
De prestatiecriteria voor rookafvoerkanalen zijn de volgende:
- Rookdoorlatendheid (S-criterium): lekdebiet ≤ 10 m³/h.m² binnenoppervlak. Dit geldt voor de oppervlakte van het kanaal tussen de geperforeerde plaat tot aan het uiteinde van het kanaal ter hoogte van de inlaatbuizen.
- Vlamdichtheid (E-criterium): de vlamdichtheid ter plaatse van de afdichting/doorvoering tussen het kanaal en de ophangstructuur moet worden getest volgens EN 1363-1.
- Thermische isolatie (I-criterium): de prestaties op het vlak van thermische isolatie moeten worden aangetoond d.m.v. de testresultaten volgens EN 1366-1.
- Mechanische stabiliteit voor alle prestatiekenmerken van de brandweerstand (stabiliteit als onderdeel van het E- criterium): indien het kanaal tijdens de brandproef bezwijkt wordt dit als falen beschouwd. Bovendien mag de vervorming van de kanaalsectie max. 10 % bedragen (breedte en hoogte voor rechthoekige kanalen, diameter voor cirkelvormige leidingen).
Hoe worden de ventilatiekanalen getest?
Ventilatiekanalen kunnen volgens verschillende normen getest worden. De meest voorkomende zijn de Europese normen (EN 1366), de British Standard (BS 476) en in sommige specifieke gevallen de American Standard (UL).
Volgens de Europese normen dienen ventilatiekanalen te worden getest volgens EN 13501-3. De indeling wordt aangevuld met "(i → o)" – brandbelasting aan de binnenzijde, "(o → i)" – brandbelasting aan de buitenzijde of "(i ↔ o)" – brandbelasting in beide richtingen.
Deze laatste classificatie bevestigt de resultaten van brandproeven volgens 1366-1 met brandbelasting aan de binnenzijde en brandbelasting aan de buitenzijde. Voor elk scenario is er één kanaal nodig en beide scenario's moeten in horizontale en verticale richting worden getest.
De standaard tijd/temperatuurcurve beschreven in EN 1363-1 (ISO 834) is voor beide scenario’s van toepassing.
De prestatiecriteria zijn de volgende:
- Vlamdichtheid (E-criterium): falen voor het vlamdichtheidscriterium wordt geacht te zijn opgetreden indien een van de volgende gevallen zich voordoet:
- falen voor het vlamdichtheidscriterium aan de niet-blootgestelde zijde van het kanaal zoals gedefinieerd in EN 1363-1,
- het debiet voor de luchtsnelheid gemeten in kanaal A bedraagt meer dan 15 m³/(m²/h) bij 20°C en 1013 mbar m.b.t. het binnenoppervlak van het kanaal dat zich in de oven bevindt.
- Thermische isolatie (I-criterium): de voorwaarden voor falen voor het I-criterium worden gedefinieerd in EN 1363-1: het kanaal voldoet niet meer aan het I-criterium wanneer de temperatuurstijging op de niet-blootgestelde zijde in een van de thermokoppels hoger is dan 180°C of gemiddeld hoger is dan 140 °C.
- Rookdoorlatendheid (S-criterium): falen voor het rookdoorlatendheidscriterium wordt geacht te zijn opgetreden wanneer het debiet voor de luchtsnelheid gemeten in kanaal A tijdens de test meer dan 10 m³/(m²/h) bedraagt bij 20°C en 1013 mbar m.b.t. het binnenoppervlak van het kanaal dat zich in de oven bevindt.
Technische ondersteuning
Ons Technical Excellence Centre staat klaar om al uw technische vragen te beantwoorden, oplossingen met passieve brandbescherming uit te werken, installatieadvies te geven, …
Technische documentatie
Vind alle product datasheets, prestatieverklaringen, installatiehandleidingen, brochures, … die u nodig heeft om de klus te klaren.