Opbouw:

1. Massieve houten draagbalken, min. sectie 32x128mm (b x h), sterkteklasse ≥ C18, volumieke massa ≥ 500 kg/m³, max. normaalspanning* 4,44 N/mm² en max. schuifspanning* 0,13 N/mm², met een max. tussenafstand van 600mm aangebracht op een houten of massieve draagconstructie met min. classificatie R 60 (vgl. EN 13501-2). De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en de bijhorende Nationale Bijlage.
2. Rotswol, volumieke massa min. 45kg/m³, samengedrukt tussen de houten draagbalken en de aanliggende draagconstructie (b ≤ 30mm).
3. Directafhanger, aan de onderzijde van de houten draagbalken bevestigd d.m.v. stalen houtschroeven min. Ø 3 x 40mm en aan de plaatdragende profielen bevestigd d.m.v. 2 zelftappende stalen schroeven type M2M 13, min. Ø 4,2 x 13mm met een max. tussenafstand van 800mm.
4. Randprofiel UD 27/48, aangebracht over de volledige omtrek van het plafond en met een max. tussenafstand van 810mm in de aanliggende draagconstructie bevestigd d.m.v. stalen slagpluggen min. Ø 6 x 60mm.
5. ALSIJOINT^® afdichtingsstrook, 12 x 50mm, samengedrukt tussen de randprofielen en de aanliggende draagconstructie.
6. Plaatdragend profiel CD 60/27/0,6, dwars onder de draagbalken geplaatst met een max. tussenafstand van 400mm . De uiteinden van de plaatdragende profielen rusten in de randprofielen.
7. Rotswol, totale d ≥ 120mm, volumieke massa min. 40kg/m³, aangebracht tussen de houten draagbalken en op het metalen raamwerk.
8. PROMATECT^®-100, d = 15mm. De langse of dwarse voegen tussen de platen bevinden zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De platen worden tegen de onderzijde van de plaatdragende profielen en de randprofielen bevestigd d.m.v. stalen snelbouwschroeven, min Ø3,5 x 35mm, aangebracht met een max. tussenafstand van 200mm.
9. Afwerking: (a) platen met rechte boorden worden met een maximale speling van 1mm tegen elkaar geplaatst, elke andere afwerking is facultatief of (b) platen met afgeschuinde boorden worden tegen elkaar geplaatst, de boorden tussen de zichtbare platen en de randafsluiting worden afgewerkt met een papieren voegband en Promat^®-Gebruiksklare Plamuur PRO, de schroefkoppen worden afgewerkt met Promat^®-Gebruiksklare Plamuur PRO.
10. PROMASEAL^®-A brandwerende acrylaatkit of PROMASEAL^®-S brandwerend silicone aangebracht over de volledige randaansluiting van de platen met de aanliggende draagconstructie.
11. Dampscherm (facultatief), aangebracht tussen de houten draagbalken en het metalen raamwerk of tussen het metalen raamwerk en de PROMATECT^®-100 platen.