Passieve brandbescherming – een belangrijk onderdeel van elke brandbeveiligingsstrategie

Picture of passive fire protection elements in a building

Passieve brandbescherming is een belangrijk onderdeel van brandveiligheid, wat op zijn beurt een zeer belangrijke factor is bij de constructie van een veilig gebouw. Brandveiligheid omvat alle maatregelen die in een gebouw worden gepland en genomen met inbegrip van diegenen die aan de bewoners van het gebouw worden geïnstrueerd.

Gezien het belang van brandveiligheid hebben de meeste landen een gedetailleerde wetgeving uitgewerkt met betrekking tot brandveilig bouwen. Dit draagt ertoe bij dat er bij de constructie van een gebouw steeds grondig wordt nagedacht over een uitgebreide brandstrategie, waardoor mensen worden beschermd en verliezen in geval van brand worden gekwantificeerd. Het is de missie van Promat om de specifieke regels van elk land te kennen en te begrijpen en volledig geteste oplossingen voor de passieve brandbescherming van gebouwen te ontwikkelen volgens de regelgeving en real life scenario's.

Ground plan and side view of compartmentation in a building

Wat is passieve brandbescherming?

Brandbescherming is een belangrijk onderdeel van elke brandbeveiligingsstrategie en bestaat uit actieve brandbescherming (detectie, bestrijding) en passieve brandbescherming (brandbebescherming draagconstructies, compartimentering).

Passieve brandbescherming is gebaseerd op het beschermen van de draagstructuur en het compartimenteren van gebouwen om een veilige evacuatie van de bewoners en een veilige toegang voor de brandweer mogelijk te maken.

De brandbescherming van draagstructuren zorgt ervoor dat de stabiliteit van de dragende gebouwelementen (zoals stalen, betonnen of houten liggers/kolommen) in geval van brand verzekerd blijft. Hiertoe worden de dragende elementen bekleed/beschermd met geschikte materialen zoals platen, intumescerende verf of spuitmortels.

Een compartiment is een begrensde ruimte in een gebouw, die de verspreiding van vuur en rook verhindert. De grootte en het aantal compartimenten zijn gedefinieerd in alle nationale bouwvoorschriften – afhankelijk van de vloeroppervlakte of het volume en de hoeveelheid brandbare materialen op elk niveau. Compartimenten zijn altijd verticaal (brandwerende vloeren/plafonds) en horizontaal (brandwerende wanden). Aangezien deze compartimenten moeten worden voorzien van allerlei technieken, worden er bepaalde openingen gemaakt, die vervolgens opnieuw moeten worden afgedicht. Een voor de hand liggende en altijd zichtbare bescherming is een branddeur. Maar ook op de plaatsen waar allerhande technieken zoals kabels, leidingen, kanalen, enz. de compartimentsdelen doorboren, moet de brandweerstand van het compartiment worden hersteld door het aanbrengen van geschikte afdichtingsproducten.

Deze doorvoeringen worden meestal afgedicht d.m.v. een combinatie van verschillende producten zoals manchetten, kitten, verfsystemen, mortels of intumescerende materialen met een rugvulling. In dit geval is er voldoende kennis vereist over hoe deze materialen op elkaar inwerken. Promat test altijd volledige wand- en plafondsystemen met alle mogelijke doorvoeringen in situatie gebracht.

Brandvoorschriften

De efficiëntie van om het even welk systeem voor passieve brandbescherming wordt natuurlijk in grote mate bepaald door een correcte plaatsing. In elk land gelden hiervoor specifieke lokale bouwvoorschriften en -regels.

Brandproeven & REI

Op basis van de resultaten van een brandproef wordt aan het geteste systeem een bepaald niveau van brandwerendheid (classificatie) toegekend, dat wordt weergegeven aan de hand van een waarde. Alle testnormen EN/ASTM/BS/enz. geven duidelijk aan hoe de brandweerstand in rapporten moet worden weergegeven. Volgens de in Europa geldende EN 13501-normenreeks moet de classificatie van een systeem als volgt worden weergegeven:

Classification table template according to EN 13501-2 test standard

Voor dragende elementen zijn de aangebrachte belasting en/of het laadniveau bovendien inbegrepen. Voor het afdichten van doorvoeringen en voegen zijn er bijkomende criteria vereist, zoals de configuratie van het uiteinde van de leiding bij het brandwerend afdichten van doorvoeringen van leidingen en de voegbreedte bij voegafdichtingen.

Volgens de Europese norm EN 13501-2 hoofdstuk 5.2 zijn de belangrijkste classificaties de vlamdichtheid (E), de thermische isolatie (I) en het draagvermogen (R).

Depiction of influences upon element integrity

Vlamdichtheid (het E-criterium)

Dit is de tijd in volledige minuten gedurende dewelke het testelement zijn scheidende functie vervult tijdens de test zonder het optreden van barsten of openingen die vooropgestelde afmetingen overschrijden, het ontsteken van een katoenprop of aanhoudende vlammen aan de niet-blootgestelde zijde.

Picture of a surface in fire conditions

Thermische Isolatie (het I-criterium)

Dit is de tijd in volledige minuten gedurende dewelke het testelement zijn scheidende functie vervult tijdens de test zonder brandoverdracht naar de niet-blootgestelde zijde als gevolg van warmteoverdracht, d.w.z. dat de gemiddelde temperatuurstijging aan de niet-blootgestelde zijde max. 140°C mag bedragen t.o.v. de oorspronkelijke gemiddelde temperatuur en max. 180°C op elk punt. Bij kleine oppervlakken (zoals voegafdichtingen) is de gemiddelde temperatuurstijging niet relevant en is enkel de maximale temperatuurstijging op elk punt (180°C) van belang.

A load-bearing construction element

Draagvermogen (het R-criterium)

Dit is het vermogen van het bouwelement om weerstand te bieden aan een brand die, onder welbepaalde mechanische belastingen en gedurende een gegeven tijdsperiode, aangrijpt aan één of meerdere zijden, zonder verlies van zijn structurele stabiliteit.

Classificatie

Een brandweerstand van EI 120 betekent dat het systeem in kwestie gedurende 120 minuten zal verhinderen dat er vlamdoorslag (E-criterium) en brandoverdracht als gevolg van warmteoverdracht (I-criterium) optreden, waardoor het compartiment intact blijft. Een brandweerstand van E 120 EI 90 betekent dat het systeem in kwestie zal verhinderen dat er vlamdoorslag (E-criterium) optreedt gedurende 120 minuten en dat er vlamdoorslag (E-criterium) en brandoverdracht als gevolg van warmteoverdracht (I-criterium) optreden gedurende 90 minuten.

Depiction of difference between reaction to fire and fire resistance

Wat is het verschil tussen brandweerstand en brandreactie?

Brandweerstand heeft betrekking op het handhaven van de structurele stabiliteit en het voorkomen van de verspreiding van brand van het ene compartiment naar het andere en is uitsluitend van toepassing op een volledig systeem.

Brandreactie heeft betrekking op het geheel van kenmerken van een bouwmateriaal met betrekking tot zijn invloed op het ontstaan en de uitbreiding van een brand. Dit is belangrijk voor bvb. hotels, waar meubels, gordijnen, tapijten, enz. moeten vervaardigd zijn uit materialen die niet of weinig bijdragen tot de ontwikkeling van brand. Materialen die worden gebruikt in systemen voor passieve brandbescherming moeten niet altijd onbrandbaar zijn, aangezien hun prestaties bij brand als onderdeel van een volledig systeem worden aangetoond d.m.v. een brandproef. Promat producten worden ook onderworpen aan brandreactietesten.

Online tools

Promat ontwikkelde twee online tools. Met de Selector App vindt u het perfecte Fire Stopping product. De Promat Structural Protection Calculator is geschikt om de beschikbare Promat-oplossingen te vinden voor de bescherming van staal tegen brand.

Technische documentatie

Vind alle product datasheets, prestatieverklaringen, installatiehandleidingen, brochures, … die u nodig heeft om de klus te klaren.

60 jaar vakmanschap

Geteste & gecertificeerde oplossingen

Wereldwijd beschikbaar